dinsdag 1 mei 2012

Vijf minuten, 36 uur, vier dagen

USS Arizona
In Five minutes zet Gretchen Peters op haar laatste cd Hello cruel world een vrouw van rond de veertig neer die zich realiseert dat haar op jonge leeftijd gekregen dochter hetzelfde pad op zal gaan. Té vroeg zwanger worden, de verkeerde man trouwen en belanden aan de edge van society.
In 36 uur voltrok zich ogenschijnlijk een revolutie in de Nederlandse politiek. Jarenlange stilstand werd in anderhalve dag door vier mannen en een vrouw doorbroken.
In de Verenigde Staten werd na de aanval op Pearl Harbor in 1941 in vier dagen besloten om alles op alles te zetten om een oorlogsindustrie uit de grond te gaan stampen. Alle bedrijven en instellingen werd op het hart gedrukt om alles opzij te zetten om het gewenste einddoel te behalen; Duitsland en Japan stoppen in hun drang om de wereld te beheersen.

Boven ons zelf uitstijgen
Het laatste voorbeeld komt uit het boek Helden uit noodzaak : hoe onze generatie dankzij de ecologische en economische crisis de wereld gaat redden. De auteur, Paul Gilding, wil daarmee aangeven dat als de nood aan de man komt een samenleving in staat is boven zichzelf uit te stijgen. Alles te laten vallen en te focussen op belangrijkere zaken. Hij voorziet dat zo'n majeur moment zonder enige twijfel dichtbij is. Het is bij hem geen geloof, visie of anderszins. Nee, hij weet dat het moment dat we alles op zij zullen gooien om grote rampspoed af te wenden zeer nabij is. Hij laat ergens het jaartal 2018 vallen, maar zelfs hij weet dat niemand weet wanneer dat Pearl Harbor-moment precies zal zijn. Maar het zal er komen. En vanaf dat moment zullen er beslissingen genomen worden die al jaren lagen te sudderen. Het talmen voorbij.

Actie, na jaren talmen
Net zoals het nu in Nederland  gebeurde. Weken, maanden, jaren om de hete bezuinigingsbrij heendraaien. En dan, in 36 uur ligt er een compromis. Dat dit compromis nog maar een fractie van 'het grote probleem' (De Grote Verstoring of The Great Disruption van Paul Gilding) aanpakt, weten de dames en heren in Den Haag en de rest van het land nog niet. Maar daar zullen zij en wij vanzelf achter komen. Paul Gilding weet dat die Grote Verstoring er zal komen. En ons allen dán doen beseffen dat we op moeten staan als generatie, volk en mensheid om te handelen. Om die verstoring aan te pakken. Zeg maar de Hitler van ons tijdperk onschadelijk maken.

Vijf minuten
Iedereen die de moeite neemt om vijf minuten te lezen in Helden uit noodzaak zal evenals die vrouw in Five minutes van Gretchen Peters in die vijf minuten (waarin ze een sigaretje rookt in een cafetaria en daar haar leven overdenkt) moeten concluderen dat er iets niet goed zit. Sterker, dat er iets fundamenteel fout zit in onze samenleving en dat het aan ons (onze tijd, onze generatie) is om te handelen. Op te staan. In de TrendRede van 2012 wordt de Burger van Stavast geïntroduceerd. Dat is een betrokken burger die de signs of the times heeft verstaan en zal proberen in zijn of haar omgeving dat te doen wat het verschil maakt. Niet langer op anderen wachten, nog een rapport of analyse lezen. Nee: handelen. Het duurt vijf minuten om die knop om te zetten. En daarna een leven om je bescheiden steentje bij te dragen om de Grote Verstoring onschadelijk te maken.

Waarden - echte waarde(n)
Het nieuwe jaarthema van de Noord Oost Brabantse Bibliotheken is Echte waarde(n). Een vervolg op de thema's Tijd voor een nieuwe lente én Who's in control? Een logisch vervolg. Dat maakt Paul Gilding meer dan duidelijk. Als Australiër heeft hij geen weet van die thema's maar hij zal zich ongetwijfeld herkennen in de aanname dat het tijd wordt voor een andere tijd waarin meer optimistische lentegevoelens overheersen. Een tijd waarin mensen zich af gaan vragen wie er aan het roer staat van ontwikkelingen. Welke kant we op willen gaan. Een leidraad daarbij zal zijn dat we in de komende decennia een andere samenleving gaan realiseren (of niet, maar dan gaan we met z'n allen mondiaal naar de Filistijnen; dat maakt Paul Gilding maar al te duidelijk in zijn boek). Een samenleving waarin andere waarden zullen gaan overheersen. Andere, oude, betere, echte waarde(n).

Driving force
In zijn boek laat hij het begrip waarden regelmatig vallen. En in zijn voorlaatste hoofdstuk, waarin hij de balans als het ware opmaakt en nadrukkelijk - ondanks alles toch een optimist is - heeft hij het zeer expliciet over waarden. Als driving force achter de aankomende transitieperiode waarin we de Grote Verstoring (the Great Disruption) als mensheid gaan tackelen. 

Een operatie waarmee we de economie en maatschappij omvormen richting een stabiele, duurzame economie, gebaseerd op het nastreven van een goede kwaliteit van leven, een eerlijker verdeling van de rijkdommen van de aarde, en het opereren binnen de grenzen van het ecosysteem (pagina 265-266).

Driving - drifting -> driving
In een ander liedje van Gretchen Peters (Idlewild, ook van de cd Hello cruel world) staat een filosofische opmerking over 'de mens'. Die heeft vaak het gevoel dat hij of zij in het leven aan het stuur staat. Dat we zelf bepalen wat we wel of niet doen. They think we're driving. Maar Gretchen kent zichzelf en haar medemens. but I think we're drifting. We doen maar wat. Worden meegesleept op de golven van ons (sterke) onbewuste. Onze gevoelens. Slechts heel af en toe doen we iets bewust.

Paul Gilding kent dit liedje niet. Dat wil zeggen. Het bestond in 2011 toen zijn boek in het Engels  uitkwam nog niet. Maar hij zal het ermee eens zijn dat we als mensheid iets meer en vaker bewust gaan sturen. Alle seinen staan op rood. En alleen onze ratio kan ons helpen een uitweg te vinden.

Het glas is halfvol !!!
Een pamflet?
Helden uit noodzaak is zonder enige twijfel een pamflet. Wel lang (293 pagina's). Je merkt aan alles dat dit boek zijn levenswerk is. Hij balt er alles in samen wat hij in zijn leven heeft opgestoken (een vijftiger, geboren in Australië). Het zit tjokvol ervaringen en ontmoetingen met personen en bedrijven. Heeft veel gelezen. Wetenschappelijke inzichten opgedaan. Maar bovenal is het vlot geschreven. Er zitten helaas in de Nederlandse editie relatief veel vervelende editie-fouten.

Maar daar lees je overheen want Paul Gilding heeft iets te vertellen. Een visie. Een boodschap. Hij geeft een richting aan. Is ondanks de rampspoed die hij in de eerste helft van zijn boek schetst toch een optimist. Omdat hij weet dat we als mensheid op zeker moment op zullen staan om het transitie-tijdperk op te starten. Een boek dat velen zouden moeten lezen. Om te beginnen alle politici.

Verkiezingstijd
De komende maanden zal het in Nederland over veel gaan maar NIET over dit boek. Negen miljard. Twaalf miljard. Achttien miljard. Of 9 + 12 + 18 = 39 miljard. Het is slechts een flard van de geldwaarde die in de onvermijdelijke transitieperiode verloren zal gaan. In de decennia die voor ons liggen zullen we bij ons veel  meer in moeten leveren. De huidige aandacht voor onze pensioenen, koopkrachtplaatjes, vergrijzing of  'de files' zal in die tijd op ons lachwekkend overkomen. Waren we daar, aan de vooravond van de grote storm, mee bezig!? Waarom had men toen nog geen oog voor de maatregelen die we nu, vele jaren later als nodig was, wél moeten nemen.

Het valt toch wel mee!


Want, dat is de boodschap van Paul Gilding. Die transitieperiode zal veel van ons vergen, maar aan de andere kant levert het ook veel op. Om te beginnen een andere, betere samenleving. Én een samenbindend gevoel. We zullen met z'n allen dat varkentje wel eens gaan wassen. Denk aan het gevoel dat heerste tijdens de Oorlogsjaren en de opbouwjaren.

De Tweede Wereldoorlog in Engeland verschaft ons een praktijkvoorbeeld van de toepassing van deze ideeën. Gedurende deze oorlog zagen we een snelle afnemende ongelijkheid, dalende consumptie, een dalende levensstandaard, en toch een toenemende volksgezondheid, en allemaal met een enorme politieke steun.

Terwijl de materiële levensstandaard averij opliep vanaf het moment dat de productie zich omvormde tot een oorlogsindustrie, en terwijl de huizen van de inwoners van Londen en andere steden werden weggevaagd door Duitse bombardementen, was er meer gelijkheid dan ooit. Gedurende beide oorlogen groeide de werkgelegenheid explosief en werden concrete maatregelen genomen om ongelijkheid te verminderen (pagina 244).

Barack Obama - a new era of responsibilty
Deze naam valt in het boek niet. Noch die van een andere hedendaagse politicus. Toch komen woorden van Barack Obama tijdens het lezen van dit boek naar boven. Woorden die hij uitsprak op de dag dat hij In Washington werd beëdigd als nieuwe president van de USA.

Our challenges may be new.
The instruments with which we meet them may be new. But those values upon which our success depends— hard work and honesty, courage and fair play,tolerance and curiosity, loyalty and patriotism — these things are old.These things are true. They have been the quiet force of progress throughout our history. What is demanded then is a return to these truths. What is required of us now is a new era of responsibility
— a recognition, on the part of every American,
that we have duties to ourselves, our nation, and the world,duties that we do not grudgingly accept but rather seize gladly,firm in the knowledge that there is nothing so satisfying to the spirit,so defining of our character, than giving our all to a difficult task. This is the price and the promise of citizenship.

Het gaat hier vooral om de zin dat we de moeilijke taak die op ons ligt te wachten (de Grote Verstoring ongedaan maken en omturnen richting een andere, betere samenleving) niet met tegenzin op moeten pakken. Nee, eerder met een opgewekt (ietwat naïef, argeloos) gemoed. Wetend dat we dán als mens boven ons zelf zullen uitstijgen. Waardoor we met z'n allen trots op elkaar zullen en kunnen zijn. Waarschijnlijk is dít de reden waarom zo veel Nederlanders positief waren over het bereikte akkoord op donderdag 26 april 2012.

Barack Obama is een slim man. Maar het is de vraag of hij hetzelfde als Paul Gilding voor ogen had toen hij in 2009 deze oproep om je verantwoordelijk op te stellen en (gaan) gedragen uitsprak.

Waarom dit boek
We zullen onze verwachtingen moeten bijstellen op het gebied van materiële bezittingen, nadenken over de aard en het doel van ons werk en onze carrière, over wat we van de overheid mogen verwachten, en over hoe we ons gedragen in onze samenlevingen en organisaties. Het goede nieuws is dat we van het merendeel van deze aanpassingen alleen maar gelukkiger zullen worden (pagina 16).
Het redden van de natuur
Paul Gilding realiseerde zich op zeker moment dat zijn jarenlange inzet voor Greenpeace en advieswerk voor grote bedrijven om duurzamer te (gaan) handelen té veel de nadruk legde op het 'redden' van de natuur. Deze geiten-wollen-sokken-attitude wekte en wekt bij veel mensen aversie op. Later én in dit boek benadrukt hij dat het niet gaat om het redden van de natuur ('die overleeft ons wel'), maar om het redden van de mensheid.

We leven al vele jaren boven hetgeen de spankracht van de aarde aankan (140%). En naarmate dit getal groter wordt komt de Grote Verstoring dichterbij en zal de klap harder zijn. Met veel slachtoffers. Tientallen. Honderden. Duizenden. En hij bedoelt daarmee miljoenen. Miljoenen mensen zullen die Grote Verstoring niet overleven.
Het gaat dus om het redden van de mensheid. En daarom weet Paul Gilding ook dat 'de mensheid' op zeker moment op zal staan. Zoals in 1941. Later zullen we dan moeten constateren dat we achteraf gezien dat beter eerder hadden kunnen doen. Dan waren er minder slachtoffers gevallen en hadden we eerder een nieuw evenwicht bereikt.

Twee financiële crisis
In de optiek van velen zitten we al jaren in een financiële crisis. En 'de' oplossing is er nog lang niet. Paul Gilding heeft het amper over deze crisis. Hij vertelt in hoofdstuk 3 (Een heel groot probleem) het verhaal van de twee bankrekeningen. Een lopende én een spaarrekening. Op de lopende bankrekening wordt jaarlijks rente van de spaarrekening bijgeschreven. Met die lopende rekening betalen we onze uitgaven. De laatste jaren moeten we  echter al in september geld van onze spaarrekening afhalen om door te kunnen leven. Jaarlijks verschuift deze datum naar eerder in het jaar.

Dit beeld is zijn manier om uit te leggen dat de capaciteit van onze aarde is bereikt en overschreden.

Maar goed, in onze metafoor gaat dit nog een tijdje goed. Sterker nog, het lijkt erop dat je ieder jaar rijker wordt, omdat je meer uitgeeft en daarvoor meer spullen kunt kopen (onze groeiende economie!). Het dagelijks leven is aangenaam.
Maar na een aantal jaren staat er niet meer genoeg geld op de spaarrekening om de betaalrekening aan te vullen. Dit gebeurt niet langzaam, het gebeurt allemaal op de dag dat het geld opraakt. Dan is het ineens afgelopen en stort jouw persoonlijke economie in elkaar. Je kunt de rekeningen niet meer betalen en geen eten meer kopen. Dit is de ondergang van het systeem (pagina 57).

Sprookje
De gedachte dat we door groei de armen uit de armoede zullen halen; dat we door kunnen gaan met banen creëren, en kunnen blijven voorzien in de basisbehoeften van de meer dan twee miljard nieuwe wereldburgers en de zeven miljard die er nu al zijn; dat wij in het Westen door kunnen gaan met het verhogen van onze financiële en materiële levensstandaard; dat de wereld - ondanks conflicten hier en daar - door zal blijven draaien in relatieve stabiliteit ... Ik herhaal: het zal niet gaan lukken. Wat dan? We zullen geconfronteerd worden met de Grote Verstoring. Om te beginnen zal de economie simpelweg niet meer groeien. De aarde is vol; er is geen plaats voor een economie die tweemaal, laat staan vijfmaal, onze aarde nodig heeft (pagina 64-65)
Prosperity without growth
Hij citeert uit het boek Welvaart zonder groei : economie voor een eindige planeet van Tim Jackson (2010):
Dit begrip verschaft ons alleen maar meer inzicht in de enorme uitdaging om een werkelijk duurzame manier van welvaart te bereiken. Misschien wel verreweg het belangrijkst is dat we gedwongen worden om een andersoortige economische structuur te ontwikkelen. We moeten ook onze weg vinden dwars door de institutionele en sociale beperkingen die ons nu vastzetten in een falend systeem. In het bijzonder moeten we de mogelijkheden voor verandering in de samenleving identificeren - verandering in waarden, verandering in leefstijl, verandering in de maatschappelijke structuur, Mogelijkheden die ons zullen bevrijden van de schadelijke logica van het consumentisme (pagina 85-86)
Greed is good - Groei is goed
Deze zin is legendarisch geworden. Uitgesproken door acteur Michael Douglas in de film Wall Street (1987). Op pagina 99 schrijft Gilding:
Groei is goed, geen verdere vragen graag.
En ze hebben beiden zo hun nadelen.

Het 9-11 moment
Dit leidt tot de vraag die mij het meest wordt gesteld: wat zal het '11 september-moment' worden in de klimaatverandering? Wat zal de aanleiding tot de verschuiving zijn? Een orkaan die Wall Street treft? Een tyfoon in Tokio? Wat is de klimaatvariant van de inval van Hitler in Polen? (pagina 118)
 Schumpeter's creatieve destructie
Schumpeter geeft een perfecte beschrijving van het proces, dat we nodig hebben, als hij refereert aan de onophoudelijke vernieuwing van de economie van binnenuit, waarbij de oude wordt vernietigd en de nieuwe gecreëerd. Hoewel ik voorstander ben van goed gereguleerde markten, is het voor mij duidelijk dat we grote delen van de oude economie moeten vernietigen en nieuwe delen moeten creëren (pagina 157)
De vereiste schaal van verandering is vergelijkbaar met die van de industriële revolutie. Maar zelfs dat komt eigenlijk niet in de buurt, omdat dit een relatief langzaam proces was. Ik zie de naderende transformatie als een twintig jaar durende internetboom in het kwadraat met steun van het leger. Schumpeter's creatieve vernietiging zal zich een weg door de economie banen als een grote brand in een kurkdroog bos (pagina 181)
 Een rollercoaster
Deze eeuw gaat een wilde en opwindende rit worden. De snelheid van verandering zal adembenemend zijn en de wendingen onvoorspelbaar. We zullen het reële gevaar onder ogen moeten zien dat we aan de rand van de afgrond staan (pagina 195).

Het zal een crisis veroorzaken die zich op twee opeenvolgende manieren zal openbaren. Het kenmerk van de eerste fase waarin die crisis zichtbaar wordt is het uitblijven van groei. () In de tweede fase volgt de erkenning dat het uitblijven van groei wordt veroorzaakt doordat we te maken hebben met de fysieke grenzen van de planeet (pagina 196).
Zelfbedrog
Toch zal het allemaal nog niet genoeg zijn. En dat komt doordat zoals ik eerder heb geschreven, klimaatverandering niet het probleem is, maar slechts een symptoom ervan. Het echte probleem is ons zelfbedrog dat oneindige kwantitatieve economische groei bestaat, en dat we - op een eindige planeet - kunnen doorgaan met voortdurend meer en meer spullen te bezitten. Dat kan niet - en dat is gewoon een feit (pagina 197).
Herman Daly
Oneconomische groei
We hebben bereikt wat professor Daly 'oneconomische groei' noemt. In economisch jargon: "De kwantitatieve expansie van het economisch subsysteem vergroot milieu- en sociale kosten sneller dan de productievoordelen, en maakt ons daardoor armer en niet rijker, in elk geval in hoogconsumptieve landen." (pagina 200)
Je creditcard
Het lijkt op leven op je creditcard, waarmee je vakanties betaalt, nieuwe kleren en tv's. Je voelt je rijk voor een maand, totdat je creditcard rekening binnenkomt en je het niet kunt betalen, waardoor je je huis moet verkopen. Talloze economische analyses laten zien dat de netto welvaart van de menselijke economie sneller daalt dan de creatie van nieuwe welvaart. Terwijl de hoeveelheid geld in het systeem toeneemt en de economische activiteit toeneemt, wordt eigenlijk waarde vernietigd, niet gecreëerd. Dat betekent dat economische groei niet in staat is om grotere welvaart te verschaffen - het is in feite oneconomisch. Maar natuurlijk voelt het (nog) niet zo (pagina 201).
Richard Layard
Al in 2005 vertelde de Engelse econoom Richard Layard in zijn boek Waarom zijn we niet gelukkig? het 'verhaal' dat mensen in 'onze' rijke Westerse landen niet nog gelukkiger worden van meer inkomen. Waarmee we nog meer spullen kunnen kopen. Hij maakte toen al duidelijk dat ons geluksgevoel een relatie heeft met onze naasten (buren, familie, collega's). We kijken doorlopend naar wat zij 'hebben' en willen dat ook hebben. Maar dit gedrag maakt ons eigenlijk niet nóg gelukkiger. Paul Gilding noemt Richard Layard niet maar heeft het o.a. wel over de No Impact man (Colin Beavan), citeert Robert Kennedy (over werkelijke waarden), de Happy Planet Index, The Compact en de dubieuze rol van de reclame en marketing boys en girls.

Vijf manieren voor wellbeing
Met instemming citeert Gilding uit het rapport Five Ways of Wellbeing. Manieren die - toevallig, grappig - een relatie hebben met een culturele instelling als een Openbare Bibliotheek.
Het gaat om 'je verbinden met mensen', 'lichamelijk actief zijn', 'de wereld om je heen volgen', 'nieuwe dingen leren', en 'geven aan anderen'. Valt het je op dat shoppen dit lijstje niet haalde (pagina 221, hoofdstuk 16 Ja, er is leven na het shoptijdperk).
De Amerikaanse droom
De Amerikaanse droom is voorbij. De enige manier om de armen nu nog te verheffen is door de rijken minder rijk te maken. Dat gaat zeer doen! Niet alleen moeten we het einde van de economische groei aanvaarden, maar we zullen ook het meest ketterse idee dat er maar is bespreekbaar moeten maken: herverdeling (pagina 229).

John Rawls (en Floris van den Berg)
Paul Gilding noemt de bekende Engelse filosoof John Rawls niet. Dat had (best) gekund, want diens concept van de sluier van onwetendheid past binnen zijn denken. Die sluier is een metafoor. Bedoeld om uit te leggen wat rechtvaardigheid is. In de Nederlandse Wikipedia wordt de sluier als volgt omschreven:

Wat is rechtvaardigheid eigenlijk? Rawls stelt voor, rechtvaardigheid als redelijkheid te benoemen - 'justice as fairness', een van de belangrijkste principes van Rawls. Hij stelt dat een rechtvaardige verdeling of een rechtvaardige maatschappij alleen tot stand zou kunnen komen als de personen die de maatschappij inrichten zich - bij wijze van gedachtenexperiment - tijdelijk achter een 'veil of ignorance' ('sluier van onwetendheid') verschuilen. Achter die sluier zijn ze onwetend over de positie die zij in de toekomstige maatschappij gaan bekleden. Ze weten niet of ze in een rijk of arm milieu geboren worden, of ze slim of dom, kerngezond of gehandicapt, mooi of lelijk et cetera zullen zijn. Hoe zouden we - als we niet weten waar we terechtkomen - de maatschappij inrichten? Zouden we dan opkomen voor zwakkeren? Of zouden we kiezen voor een liberaal systeem, waar ieder zichzelf moet redden? Rawls dicteert ons niets in dit boek; hij nodigt slechts uit tot reflectie.
In 2009 verscheen in Nederland het boek  Filosofie voor een betere wereld. Daarin poneert filosoof Floris van den Berg dezelfde sluier, maar noemt (hoe flauw) John Rawls niet. Bij Van den Berg is de sluier een machine geworden waarop knoppen zitten. Met die knoppen kun je een ideale samenleving als het ware inregelen. En dan, verrassing, wordt je in die ideale samenleving 'geworpen', maar je weet niet in welke hoedanigheid (man, vrouw, gehandicapt, rijk, arm, varken enzovoorts). Dan zal blijken dat het nog niet zo eenvoudig is een ideale samenleving te realiseren.

Waarden en gelijkheid
We zullen niet alleen van koers veranderen omdat het juist is om dat te doen, maar ook omdat het onze enige resterende, levensvatbare sociale en ecologische optie is zodra we met de 'Grote Verstoring' te maken krijgen. Dat maakt het punt van een verandering in onze waarden niet minder belangrijk, maar maakt het wel zekerder dat het zo ook daadwerkelijk gaat gebeuren. Dit is geen pleidooi voor een utopische gelijkheid, maar wel voor de afschaffing van kwellende, hartverscheurende armoede. Ik zie geen enkele rechtvaardiging voor een maatschappij waarin sommigen een privé-vliegtuig bezitten, terwijl anderen een moord zouden doen voor een kop rijst of een glas schoon water. Dat klopt gewoon niet. We zouden het nu moeten stoppen, omdat we nu die kans nog hebben (pagina 233).
Vrijheid, gelijkheid, broederschap
Toevallig - nou ja, sommige dingen 'hangen in de lucht' - zond de Vara eind april drie documentaires uit over deze beroemde waarden. In elke uitzending van bijna een uur werd ingezoomd op een van deze waarden. Waarden die met elkaar samenhangen en alles te maken hebben met het boek van Paul Gilding, het debat van de komende decennia en de richting die we als samenleving in zouden moeten willen slaan. In de tweede aflevering (gelijkheid) werden twee typisch Britse wetenschappers aan het woord gelaten. De epidemiologen Richard Wilkinson en Kate Pickett.

In hoofdstuk 18 (Grote ongelijkheid werkt niet) komen ze bij Gilding ook voorbij. Wilkinson en Pickett hebben onderzocht waardoor de hoogte van sociale verschillen tussen hogere en lagere klassen in een bepaald land vooral worden bepaald. Ze hebben vele variabelen onderzocht (klimaat, cultuur, temperament) maar komen tot de onthutsende conclusie dat er maar een allesbepalende variabele is. Naarmate de inkomensverschillen tussen hoge en lage klassen groter zijn worden en/of zijn de sociale problemen in een bepaald land groter.

Wilkinson & Pickett
Dit inzicht is voor Paul Gilding belangrijk, want hij voorziet dat door de Grote Verstoring de verschillen nog groter zullen worden. Tenzij we daar alert op zijn en ze proberen te voorkomen.

Het lijkt er echter op dat absolute rijkdom helemaal geen goede indicator is voor sociale vooruitgang, terwijl relatieve ongelijkheid in onze maatschappij dat juist wel is. Deze uitkomst is fascinerend en veelomvattend. Hoe die relatieve ongelijkheid eruit ziet is van invloed op levensverwachting, het aantal mensen met obesitas, het aantal mensen dat in de gevangenis belandt, het aantal tienerzwangerschappen, mentale gezondheid, de mate van vertrouwen in de samenleving, onderwijsprestaties, status van vouwen, en ga zo maar door (pagina 239).
De genadeklap
De resultaten laten telkens zien dat grotere gelijkheid zelfs het welzijn van de bovenste laag verbetert. Dat lijkt op het eerste gezicht misschien vreemd, maar de beste manier voor de welvarendste groep om de eigen levens te verbeteren, is door de levens van degenen die minder verdienen te verbeteren. Dit is dus de genadeklap voor economische groei en de oplossing voor veel sociale vraagstukken (pagina 240).
Reclame-branche: opgepast!
Het lijkt erop dat ongelijkheid een van de grootste reden is om te consumeren. Statusconcurrentie zorgt voor consumptie, en ongelijkheid verscherpt die statusconcurrentie, waarin we angstvallig proberen bij te blijven, versterkt door reclamemakers die dat exploiteren. Over grenzen gesproken: de pogingen van reclamemakers om in onze hersenen binnen te dringen lijken geen grenzen te kennen. () Gezien wat we nu weten over de gevolgen van consumptie voor het milieu, moeten we reclame misschien als 'vervuiling' beschouwen, net zo schadelijk voor onze gezondheid als sigaretten, en het misschien ook zo belasten (pagina 241)
Economische groei is passé
Economische groei is dus passé. Omdat de planeet het niet aan kan, maar ook omdat het economisch en sociaal irrationeel is: het verbetert ook niet de kwaliteit van leven voor de miljard mensen bovenaan de economische wereldladder; erger nog, het verslechtert deze vanwege alle sociale problemen als gevolg van die ongelijkheid. Het lijkt erop dat niet alleen het oude gezegde geldt 'dat geluk niet te koop is', maar dat we honderd jaar lang bezig zijn geweest met het kopen van aanhoudende narigheid - nogal een verschil met wat adverteerders ons voorhouden. Dus nogmaals, vergeet economische groei. Er volgen nog wat stuiptrekkingen, maar het is voorbij (pagina 242-243)
Cholera in de 19e eeuw
Op de een of andere manier roept 'het verhaal' van Paul Gilding de cholera-epidemie van de 19e eeuw in Europa naar boven. Geen verhaal, maar feit. Toen stierven duizenden mensen. Door gebrek aan adequate hygiëne. Dat leidde tot drastische maatregelen. Waarom? Omdat de bacterie geen rekening hield met inkomen of klasse. Ook de rijken stierven bij bosjes. En die snapten toen dat ze om zichzelf te beschermen iets moesten doen aan rioleringen en andere hygiënische maatregelen. We zitten - zogezegd - met z'n allen in het bootje. En een goed inkomen doet er niet toe als die Grote Verstoring komt.

Brave or new world?

De waarden en overtuigingen die we achter ons moeten laten, zoals het agressief nastreven van eigenbelang, zijn in werkelijkheid toch niet zo geliefd. De waarden en overtuigingen die we daarentegen moeten benadrukken en ontwikkelen, hebben we al, en ze geven ons een goed gevoel. Waarden als een hechte samenleving, het leiden van een betekenisvol leven, onderdeel uitmaken van het ecosysteem en leven in een wereld waar we zorg dragen voor elkaar.\

Op basis van deze waarden moeten we onze maatschappij en economie veranderen. We moeten onze economie baseren op een eenvoudig uitgangspunt: het leiden van een gelukkig leven. Niet gelukkiger doordat we worden afgeleid of vermaakt, maar gelukkiger in de meer fundamentele zin van tevredenheid, van een leven dat goed geleefd wordt.

Dit betekent dat we onze achterhaalde criteria voor succes op het niveau van individu, organisatie en overheid moeten loslaten. Die oude criteria gaan er nog vanuit dat economische groei en persoonlijke rijkdom het ultieme doel zijn waaruit alles voortvloeit. Dat spel is uit, het gedachtegoed zal naast de economische groei begraven worden. Er is een nieuw spel begonnen en we mogen de spelregels gaan bepalen. Er rest dus nog maar een vraag. Welke rol speel jij? (pagina 267)

Klik hier voor een eerder verschenen artikel over het slothoofdstuk van het boek van Paul Gilding.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten