vrijdag 19 september 2014

Fed up


Op donderdag 9/11 2014 vertelde ondernemer Bob Hutten in theater Markant over Fed up, een documentaire die over enkele weken in Nederland in première zou gaan. Deze film gaat over de (Amerikaanse) voedselindustrie en hoe die bijgedragen heeft aan het obesitasprobleem. Bob Hutten sprak die elfde september op verzoek van de bibliotheek over de TrendRede 2015. Die twee dagen daarvoor in Utrecht was gepresenteerd. De initiatiefnemer van de TrendRede, trendpsycholoog Tom Kniesmeijer, sprak in theater Markant voor de pauze over 'zijn' TrendRede en ontwikkelingen die hij samen  met twaalf andere 'trendwatchers' ziet. Na de pauze ging Bob Hutten, van Hutten catering uit Veghel, op die TrendRede in en vertelde welke trends hij in zijn sector - de voedingsindustrie - tegenkomt en hoe hij als ondernemer met zijn samenwerkers omgaat.


We leven in de 21e eeuw, man!
Eén ding is zeker: Bob Hutten weet samen met de TrendRedenaren dat we in de 21e eeuw leven en dat we derhalve met 21e ogen en methodieken onze alom aanwezige problemen te lijf moeten gaan. Kernwoorden in die houding zijn: veerkracht, aanpassingsvermogen, creativiteit, verbinden, kansen, bedreigingen, veranderen, aanpassen. Minder meten, meer vertrouwen in mensen en de tijd van blauwdrukken is voorbij. Op drie woorden ging Bob Hutten (natuurlijk!) in: ketenkrakers, systeemprikkers en betekenisrevolutie. Drie centrale begrippen uit de TrendRede 2015. Hutten ging vooral in op het woord betekenis; of waarde. Wat is vandaag de dag voor burgers, consumenten, medewerkers belangrijk. Wat is waardevol. Velen zijn daarnaar op zoek en bedrijven in de voedselindustrie die daar geen goed antwoord op hebben (of weten te vinden) gaan het in de ogen van Hutten én de dertien TrendRedenaren moeilijk krijgen. Vallen wellicht om. Belanden op de mestvaalt van de geschiedenis.


Fed up in zijn verhaal
Voordat Bob Hutten zijn publiek attent maakte op deze documentaire vertelde hij over een grote multinational in de voedingsbranche die er in twintig jaar in geslaagd is een theetje op de markt te brengen zonder thee, maar met gemalen boomstammetjes én smaakstoffen. Uiteraard wees hij zijn gehoor ook op de guacamole-dip van Albert Heyn, die onlangs de zogenaamde Kletsmajoor Award van de Consumentenbond heeft gekregen. Reden: in die bewuste dip zit 0,7 % gaucamole. Minder dan één procent. Stipte het tv-programma Keuringsdienst van Waarde (let op de titel!) aan en natuurlijk de plofkip. En toen merkte hij op dat er eerdaags een documentaire in première zou gaan over de mores van de voedingsindustrie. En hoe die verantwoordelijk is voor ons slechte voedingsaanbod en actief bijdraagt aan een verkeerde leefstijl.

Volgevreten
Fed up kan op drie manieren worden vertaald. De eerste, meest voor de hand liggende vertaling is het woord 'volgevreten'. Want daar gaat de film over. Veel te veel Amerikanen zijn té dik, sterker: zijn obees. Veel te zwaar. In de documentaire wordt een link gelegd met het voedselaanbod. Dat stijf staat van té veel vet. Té zout is en vooral veel suiker bevat. In de documentaire worden niet zo veel nieuwe feiten aangedragen. Velen weten dat het zo zit. Een boek waarin feitelijk hetzelfde wordt beweerd is van ene Michael Moss: Zout, suiker, vet : hoe de voedselindustrie ons in zijn greep houdt uit 2013. Hij wordt in Fed up aan het woord gelaten. Je wordt als argeloze kijker echter wel uit een droom gewekt; dat het wel mee valt. Dus niet. De werkelijkheid is veel erger.

Volgemest
Een tweede vertaling is 'volgemest'. En dit woord pakt beter de inhoud van deze schokkende film. Regisseur Stephanie Soechtig staat op het standpunt dat 'de' voedingsindustrie willens en wetens té veel vet, zout én suiker in haar producten stopt. Enerzijds omdat met deze relatief goedkope ingrediënten producten kunnen worden gefabriceerd die goed aanslaan bij het grote publiek. Cola, chips, fastfood maaltijden, pizza's enzovoorts. Aan de andere kant wordt in de documentaire de suggestie gewekt dat fabrikanten ook willens en wetens met name suiker in hun producten opnemen ('verstoppen'). Suiker heeft een zeer verslavende werking! De waarheid ligt wellicht in het midden, maar zeker is dat de voedselindustrie er de afgelopen decennia in geslaagd is overal met haar producten op te duiken. Supermarkten, benzinestations, snackbars, automaten waar je 'iets' uit kunt trekken. In scholen, bejaardenhuizen, buurtcentra. Je kunt overal aan 'voedsel' komen; op elk moment van de dag.


Bewerkte artikelen
Het is schier onmogelijk in een min of meer bewoond gebied rond te lopen waar geen artikelen te koop zijn die door de voedingsindustrie zijn bewerkt . Dat is het centrale woord in de documentaire: bewerkt. Dat zijn alle artikelen uit 'de supermarkt' die in een pakje, zakje of blikje zitten en bewerkt zijn. Waar 'dingen' aan toe zijn gevoegd. Het gaat nadrukkelijk niet om onbewerkte groente en fruit, brood, rijst, koffie e.d. Denk aan E-nummers en andere ingrediënten met onuitspreekbare namen. Soms noodzakelijk, maar vaak zijn het moeilijke woorden om te verhullen dat er bijvoorbeeld veel suiker is toegevoegd.

Who's in control?
Een artikel over deze documentaire hoort thuis op dit blog: Who's in control? Het centrale punt van de makers is dat zij nadrukkelijk niet de schuld voor het té dik zijn bij de dikkerds zelf leggen, maar bij de voedselindustrie én de autoriteiten die de laatste jaren weinig hebben gedaan om wetgeving aan te nemen die de Unilevers of Nestlé's van de samenleving enigszins aan banden legt.
Met deze stellingname zullen velen het niet eens zijn. Zij verwijzen naar het karakter of het ontbreken daarvan bij die té dikke mensen. Zij kunnen de verleiding niet weerstaan en blijven de hele dag snoepen en té veel eten. Fed up maakt echter aannemelijk dat veel producten zodanig zijn gefabriceerd dat ze een verslavende werking hebben. Voeg daarbij de alom aanwezig aanwezigheid én de markering- en reclamelawine die over de samenleving wordt uitgestort. En je weet het antwoord op de vraag wie er in control is? Niet de burger. Nee, de voedselindustrie is er in geslaagd ons allen in meerdere of mindere mate te verleiden verkeerd voedsel tot ons te (blijven) nemen. De werkelijkheid is waarschijnlijk complexer (en ligt de waarheid ergens in het midden), maar de makers van Fed up leggen nadrukkelijk 'de schuld' bij  alle bedrijven en politici, die er aan bijdragen dat deze artikelen gekocht en geconsumeerd kunnen (blijven) worden.

Betekenis, waarde
Fed up is nadrukkelijk een wake up call. Een poging ons wakker te schudden. Ruw. Misschien helpt het. Worden we ons meer bewust van de schaal waarin 'ons voedsel wordt gemanipuleerd. Bob Hutten noemde een percentage. Tachtig procent van alle artikelen uit een supermarkt is bewerkt. Daar is iets mee aan de hand. Hij wil niet zeggen dat alles 'fout' is, maar wel dat we als consumenten kritischer naar onze aankopen zouden moeten gaan kijken. En Fed up maakt duidelijk dat 'onze' keuze voor dit of dat product vaak niets met ónszelf' te maken heeft, of 'onze' smaak maar bijna altijd is gemanipuleerd. Niemand kan er zich aan onttrekken: deze massale massering van onze 'voorkeuren' laat niemand onberoerd.

Genoeg!
Een derde vertaling van Fed up zou 'Genoeg!' kunnen zijn. "Ik heb er genoeg van!" "Ik heb er tabak van!' "Kappen!" "Het zit me tot hier!"
Allemaal woorden en zinnen om aan te geven dat je ergens genoeg van hebt. Wilt dat het stopt. Anders moet. Verandering. Change.

Oefenen voor een andere tijd
In de TrendRede wordt een betekenisrevolutie aangekondigd. Een tijdperk waarin we (massaal?) na gaan denken over 'dingen' die voor ons betekenisvol zijn. Waarde hebben. En in die afweging zullen we sommige 'dingen' als minder belangrijk of waardevol gaan beoordelen. Deze betekenisrevolutie maakt natuurlijk deel uit van een veel grotere 'trend' die we als bibliotheken in Noord Oost Brabant benoemen als Oefenen voor een andere tijd.
In de komende jaren, decennia zullen op veel terreinen van het menselijk doen en laten andere wegen worden ingeslagen. Waarom? Omdat het domweg moet. Oude, twintigste eeuwse modellen die veel welvaart én welzijn hebben gebracht lopen op hun laatste benen. Er komt iets anders voor in de plaats en vaak begint het bij mensen die 'ergens' lokaal, kleinschalig met dat 'andere' beginnen. Aan het begin van dit soort exercities ligt altijd een afweging ten grondslag. Ik (of we) constateer dat er 'iets' niet goed (genoeg meer) is, zie dat anderen niets doen om 'het' te veranderen en dus begin ik (of wij) zelf maar. In onze eigen kring. Bedrijf. Familie, buurt, regio. In de hoop dat we het goed doen. En ook er op vertrouwend dat indien we 'het' goed doen er ongetwijfeld mensen zullen zijn die ook mee willen gaan doen.


Marketing used to be what you say
Overal in Nederland en op andere plekken op de aarde vragen mensen zich af of ons systeem nog wel goed genoeg is voor de 21e eeuw. Bij die zoektocht zouden vijf zinnen van een Amerikaan kunnen helpen. De in de marketingwereld groot geworden Seth Godin. Die een scherp oog heeft voor maatschappelijke ontwikkelingen, daarover veel schrijft en zich nadrukkelijk in het debat mengt. Zijn belangrijkste voertuig is zijn sinds 2002 bestaande miniblog. Dat hij elke dag (!!) rond het middaguur de wereld inzendt. Op 5 september 2014 had zijn bijdrage als kop Marketing used to be what you say. Marketing was (vroeger) wat je zei. Vroeger was zeg maar in de twintigste eeuw. Toen je als marketeer met al je creatieve gaven elk product zodanig kon neerzetten dat het ging 'glanzen'. Aantrekkelijk overkwam. Althans die schijn wist op te wekken. De volgende vier zinnen gaan over de complexe eeuw waarin we nu leven. En waarin je het niet redt door 'iets te zeggen'. Nee:

Now, marketing is what you do.
What you make.
How you act.
The choices you make when you are sure no one is looking.

Kristalhelder. Nietwaar? Je kunt in de 21e eeuw de mooiste verhalen vertellen, maar als die verhalen niet overeenkomen met de door jouw omgeving waargenomen werkelijkheid dan heb je een groot probleem. Sterker: je zult je in en integer moeten gedragen; ook als niemand kijkt. Zo zal men jouw boomschorsthee laten liggen. Idem plofkippen. Met suiker volgestopte frisdranken mijden. Gaan mensen herbronnen. Laten supermarkten links liggen. Gaan voor eerlijke producenten en leveranciers. Uiteraard zal niet iedereen dit doen, maar de trend dat dit gaande is werd (wederom) door Bob Hutten bevestigd.

Een revolutie?
Op dinsdag 16 september werd de troonrede uitgesproken. Een mooie dag met interessante hoedjes. In de Troonrede werd echter amper gerept over zaken die hierboven aan de orde worden gesteld. Integendeel. De Troonrede is een perfect voorbeeld van een tekst die geproduceerd is door mensen die nog steeds niet door hebben dat we in de 21e eeuw leven. Dat alles aan het veranderen is. En dat de veranderingen die wél worden voorgesteld te maken hebben met problemen uit de vorige eeuw. De veranderingen die in bijna alle sectoren van de samenleving nodig zijn zullen door deze generatie politici waarschijnlijk niet tot stand worden gebracht.

Tijd voor revolutie?
Dat deze analyse door anderen gedeeld wordt kun je overal opsnuiven. Een treffend voorbeeld stond op dezelfde troonrede-dinsdag in NRC Next. Die opende met de kop 'Tijd voor revolutie?' In twee artikelen werd duidelijk wat ze bedoelden. In het eerste artikel wordt de stelling betrokken dat er in de troonrede 2015 niets serieus staat; dat het tijd wordt voor vernieuwing. In het tweede wordt de lezer kort bijgepraat over 'de Franse revolutie' van 1789. Wat was het en vooral hoe was die ontstaan. In ieders geheugen zit waarschijnlijk gegrift dat het 'iets' te maken had met de Bastille op quatorze juillet. Minder duidelijk is hoe het zo ver heeft kunnen komen. Dat had - hoe verrassend! -te maken met onvrede. Velen stelden zich toen ook de vraag wat waardevol was. Betekenis had. En of er niet iets verkeerd zat of was. In januari van dat jaar 1789 verschenen een pamflet van ene Abbé Sieyès, een uitgetreden monnik. Die in zijn pamflet drie soorten mensen neerzette. Drie standen.

De derde stand
De derde en laatste groep was natuurlijk de grootste. Veruit. Vijfentwintig miljoen Fransen tegenover de eerste stand (de adel) met 110 duizend man en de derde stand (de clerus) met 130 duizend personen. En, wederom hoe verrassend, die derde stand had niets te zeggen. Moest al het werk doen en werd met een hongerloontje afgescheept. In de maanden tot aan de 14e juli nam de onrust en woede over de macht en welvaart van die eerste twee klassen alleen maar toe. En dan komt er een moment dat de vlam in de pan slaat. De redactie van NRC Next voorziet geen revolutie. Wil alleen wat parallellen trekken en komt tot de conclusie dat we vandaag de dag wederom drie soorten klassen hebben en dat wederom de veruit grootste groep steeds meer het gevoel krijgt achter te lopen bij de andere twee. En - wederom - iedereen die oplet kan de signalen opsnuiven.


Vervang drie woorden door
Zoek en vervang adel door politiek, geestelijkheid door ambtelijk apparaat, bevoorrechte klasse door de top van overheid en bedrijfsleven en derde stand door samenleving.

Een pamflet in januari 1789
Op 21 januari 1789 verscheen een pamflet van de Parijse priester Abbé Sieyès: een woedende aanval op de corrupte politiek van adel en kerk. Binnen een paar maanden circuleerden 30.000 kopieën in de straten van Parijs.
'Wat is de derde stand?' (Qu'est-ce que le Tiers-Etat?), luidde de titel van zijn schotschrift. Het raakte een snaar bij de 'derde stand' van kleine ambachtswerkers en vermogende handelslieden, die zich door adel en kerk (de standen één en twee) onderdrukt voelden. Over het pamflet werd verhit gesproken bij de bakker en de barbier, in de kroegen, huiskamers en salons.
De afvallige priester Abbé Sieyès was erin geslaagd de bittere gevoelens van het volk van Parijs op schrift te stellen. Ieder woord was welgekozen, iedere zin was raak en iedere alinea een geseling van de bestaande orde.

Overeenkomsten met 2014? Nee en ja
() Heeft dit pamflet, 225 jaar later, nog actuele betekenis? Nee, kun je zeggen: iedereen heeft tegenwoordig stemrecht en vrijwel alle publieke functies zijn voor iedereen toegankelijk. jazeker, kun je óók zeggen: er gaapt een steeds bredere kloof van maatschappelijke ongelijkheid, een nieuwe oligarchie, een 'diploma-democratie' met subtiele maar taaie uitsluitingsmechanismen bij het verdelen van de 'baantjes'.
Ons systeem van representatieve democratie staat onder druk. Dat is van alle tijden: 'democratie is nooit af'. Maar volksvertegenwoordigers moeten wel het lef hebben de tekens van de tijd te verstaan en te begrijpen.

() De Franse econoom Thomas Piketty heeft aangetoond dat de maatschappelijke ongelijkheid in de afgelopen decennia is gegroeid en in de komende eeuw verder zal toenemen. Wat is precies het verschil tussen de puissante rijkdom van Lodewijk XIV, de Zonnekoning, en de miljarden van Carlos Slim en Arabische oliesjeiks? Kan iemand zó verdienstelijk zijn voor de samenleving dat het vergaren van een persoonlijk vermogen van 75 miljard dollar een rechtvaardige beloning is?

Fed up? Doe er iets aan!
Volgens de TrendRedenaren staat ons een betekenisrevolutie te wachten. Die hing natuurlijk al langer in de lucht. Al in 2010 werd dít filmpje gemaakt en op het net gezet (Create real value). We hebben Occupy gehad. De Franse diplomaat Stéphane Hessel. En anderen. Maar de groep mensen die 'er genoeg van heeft' groeit en in Den Haag en andere machtscentra worden de signalen genegeerd en blijft men maatregelen nemen die 'de derde stand' niet altijd positief bejegent. Integendeel. Die zal zich steeds vaker afvragen: Who's in control?

(vrijdag 19 september 2014)
Hans van Duijnhoven